De Renovering

Meer dan 200 jaar heeft het huis de mensen altijd beschermd en voedde hen rijkelijk. Door de eeuwen heen waren er herhaaldelijk renovaties en uitbreidingen. Na een uitvoerig doornroos slaapje is het nog een keer uitgebreid gerenoveerd en biedt nu onderdak aan gasten.

Een groot deel van het huis bleef, veel werd vervangen, en aangepast aan de dag van vandaag. De charme van de 19e eeuw bleef echter.

De hoeve Olderdissen “Auf dem Busche” werd gebouwd van 1750 tot 1850 en werd in renovatietoestand in 2004 overgenomen door de familie Kraak. De laatste grote verbouwing van het woonhuis en de werkplaats vond plaats rond 1900. Sinds 1993 is het gehele landgoed onder monumentenzorg. In 2003 gaf de monumentenzorg, op verzoek van de vorige eigenaar, tandenknarsend toe aan de sloop van het oudste deel van het huis, de vroegere wagenmaker werkplaats.

Tijdens de renovatie van 2004 – 2006 vond een uitgebreide sanering plaats. Ondanks de vele moeilijkheden werd ook de werkplaats hierbij betrokken. De werkzaamheden aan het woongedeelte waren halverwege nog steeds overzichtelijk: Door de specificaties van de monumentenzorg bleef de ruimte-indeling bestaan. Het vakwerkhuis is verdeeld als een schaakbord: 4 zijmuren met elk een kruisbalk. Deuren en sloten zijn bewaard gebleven in de originele stijl uit1870. De dakstoel en de ramen zijn in 1993 vernieuwd. De elektriciteit en alle leidingen, voedingsleidingen en afwatering, en een moderne verwarming werden nieuw geïnstalleerd, de oude schoorsteen werd in ere hersteld. Waar mogelijk werden de vloeren geschuurd en afgewerkt. In 1973 waren een kleine kachel en valse plafonds gebouwd, die zijn ook ontmanteld en naar de oorspronkelijke hoogte gebracht. De voordeur in Art Nouveau stijl is origineel behouden, de enkele beglazing is opnieuw gekit, want dankzij de ondichtheid van de ramen waren in de winter mooie ijsbloemen zichtbaar. De vloeren, die in de jaren 70 met een tapijt met rubberen voering (en daarvoor met verschillende lagen linoleum/PVC) waren bezet, konden niet meer gered worden en werden vervangen door nieuwe houten planken. De buitenmuren werden aan de binnenkant met steenwol geïsoleerd. Het was veel omvangrijker om de werkplaats te behouden. Het gebouw van omstreeks 1750 was erg bouwvallig, in het bijzonder de buitenwand naar de buren toe was erg instabiel, de binnenmuren waren met USB platen gemaakt die niet noodzakelijkerwijs bijdroegen aan de stabiliteit. De fundering was in de loop der jaren met bijna een halve meter gezakt, en van de dakstoel waren twee balken ingestort. De planning om eerst het woonhuis te renoveren en de werkplaats tijdens de bouwfase als magazijn te gebruiken werd op een dag onmogelijk toen er een derde balk instortte en dus – volgens schattingen van de monumentenzorg in Münster – het gehele gebouw op instorten stond.

Om niet het hele magazijn te moeten ontruimen, werd de sloop van het oude dak uitgevoerd in de heerlijke zon, spontaan en ongepland. Door hevig onweer met een wolkbreuk veranderde de bouwput tijdens de nacht in een zwembad. De volgende ochtend scheen alweer de zon, en werd het gehele materiaal in het hoofdgebouw uitgepakt en, om te kunnen drogen, werd het verspreid over alle kamers, die min of meer al klaar waren. Prioriteit was nu het veilig stellen van het gebouw van de werkplaats, wat helaas de financiering niet ten goede kwam en wat bij de bank de wenkbrauwen deed fronzen. Bij het verwijderen van de USB platen werd een vervallen muur met 9 ramen onthuld die direct onder bescherming van monumentenzorg werden geplaatst. Aangezien de grensafstand tot het naburige huis niet werd nageleefd – hier ontbraken ongeveer 40 cm – werden de bouwers met nog een probleem opgezadeld. Dat zou uiteindelijk, nadat de monumentenzorg werd ingeschakeld, met een vriendelijke buurthulp praktisch en zonder gedoe opgelost worden.

In tijden van diepe wanhoop kwam hulp: De monumentenzorg stond een architect met raad en daad bij, bij de sanering van de ingezakte fundamenten, de vervanging van de balken, en de wederopbouw van de oude vakwerkmuur. De stad Halle doneerde de balken van een opgeslagen vakwerkgebouw. Het dak is volledig nieuw, voor het afdekken werden de oude tegels van klei opnieuw in gebruik genomen. Daarmee werd het grootste deel van de werkzaamheden, die lijden tot het veilig stellen van het gebouw, afgerond.